Transitievergoeding
Werknemers die onvrijwillig uit dienst treden hebben in beginsel recht op een transitievergoeding. Voorwaarde is dat het initiatief tot beëindiging van het dienstverband bij de werkgever ligt. De transitievergoeding is enerzijds bedoeld als compensatie voor het ontslag en anderzijds om de transitie van de werknemer naar een andere baan te vergemakkelijken. Ook wanneer u langer dan twee jaar arbeidsongeschikt bent, en u uw werkgever verzoekt mee te werken aan beëindiging van het ‘slapende dienstverband‘, heeft u recht op betaling van de transitievergoeding.
Hoogte van transitievergoeding bij ontslag.
De hoogte van een transitievergoeding bij ontslag hangt af van het maandsalaris en de duur van het dienstverband:
- 1/3 maandsalaris per heel dienstjaar vanaf de eerste werkdag;
- De transitievergoeding over het resterende deel van de arbeidsovereenkomst wordt berekend volgens de formule: (bruto salaris ontvangen over resterende deel arbeidsovereenkomst / bruto maandsalaris) x (1/3 bruto maandsalaris /12 ).
Deze formule wordt ook gebruikt voor het berekenen van de transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst korter dan een jaar heeft geduurd.
De transitievergoeding is nimmer hoger dan € 94.000,– bruto of een jaarsalaris als dat hoger is dan € 94.000,– bruto.
Hogere transitievergoeding mogelijk?
Wanneer uw werkgever de wens uit om het dienstverband met u te beëindigen, maar niet beschikt over een ‘dossier’ en weinig voelt voor een ontslagprocedure, dan leiden onderhandelingen met de werkgever er in de regel toe dat een hogere transitievergoeding wordt overeengekomen. Indien het reeds tot een inhoudelijke ontslagprocedure is gekomen, en de werkgever het verzoekschrift heeft gebaseerd op de zogenaamde ‘h-grond’, ofwel de cumulatiegrond, dan mag de kantonrechter de transitievergoeding verhogen met maximaal 50% indien de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk op de h-grond wordt ontbonden.
Transitievergoeding vorderen?
U heeft recht op de transitievergoeding indien het initiatief tot beëindiging van het dienstverband bij de werkgever ligt. Dus ook wanneer de werkgever noodgedwongen tot ontslag overgaat zal hij de transitievergoeding moeten voldoen. Voldoet de werkgever de vergoeding niet vrijwillig, dan kan een verzoekschrift worden ingediend bij de kantonrechter. Let wel op: er geldt een vervaltermijn van drie maanden (na einde dienstverband) voor het indienen van zo’n verzoekschrift. Is die termijn voorbij, dan kan de transitievergoeding niet meer worden gevorderd.
Aftrek van kosten voor scholing, outplacement
Kosten van bijvoorbeeld outplacement of scholing kunnen worden afgetrokken van de transitievergoeding. Of kosten die uw werkgever heeft, omdat een langere opzegtermijn wordt gehanteerd en u gedurende deze periode bent vrijgesteld van werk. Deze kosten moeten zijn gemaakt met het oog op het ontslag en in overleg met de werknemer. U moet hier uitdrukkelijk op voorhand mee hebben ingestemd.
Vervangende voorziening in CAO
Ingeval van ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen kan uit een CAO volgen dat een ontslagen werknemer recht heeft op een vervangende voorziening, in plaats van de transitievergoeding. De vervangende voorziening hoeft niet gelijkwaardig te zijn aan de wettelijke transitievergoeding. De voorziening moet wel bestaan uit maatregelen om werkloosheid te voorkomen of in duur te beperken. Of uit een redelijke financiële vergoeding. Een combinatie van beide is ook mogelijk.
Meer weten?
- Stel uw vraag via het contactformulier, of
- Maak een afspraak voor een gratis inloopspreekuur, of
- Bel voor een vrijblijvende en kosteloze afspraak op kantoor. U bereikt ons op: 020-4823141.